30 / 6 / 2017
Duurzaamheid staat centraal bij Sweegers en de Bruijn
Bossche energie coalitie: artikel 27 juni 2017
Practise what you preach, zou het devies kunnen zijn van installatietechnisch ingenieursbureau Sweegers en de Bruijn in ‘s-Hertogenbosch. Het adviseert opdrachtgevers, architecten en bouwers op het gebied van duurzaamheid. En zelf geven ze het goede voorbeeld.
“We hebben recent ons beleid op het gebied van duurzaamheid opnieuw vormgegeven”, zegt William Sanders, directeur van het Bossche bedrijf. “En wel op drie niveau’s. Ten eerste de eigen bedrijfsvoering, ten tweede binnen de projecten waar we bij betrokken zijn en ten derde proberen we onze partners in de bouwketen ook te besmetten met het duurzaamheidsvirus. Als ingenieursbureau zien we dat als onze maatschappelijke plicht.”
Niet-gereden kilometers
Het vervoer zorgt voor de grootste CO2-uitstoot binnen Sweegers en de Bruijn. “Met less-paper bijvoorbeeld halen we maar een besparing van twee procent. Al onze auto’s hebben label A of B en de roulerende auto voor wie zo nu en dan weg moet, staat op het punt om vervangen te worden door een elektrische. Maar de beste kilometers, zijn de niet-gereden kilometers. Daarom gebruiken we steeds vaker Skype for Business om op afstand te vergaderen.”
“Maar binnen de projecten waar we aan meewerken heb je uiteindelijk toch een grotere impact” zegt energieconsulent Paul Gerats. Wij gaan met opdrachtgevers en architecten altijd het gesprek aan over hoe ver ze willen gaan: wordt het gebouw energiezuinig, energieneutraal of energieleverend. En we zetten de eenmalige investeringen voor energiebesparende maatregelen af tegen de te verwachten exploitatiewinst over de verwachte levensduur van de voorgestelde maatregelen.”
Demonstratieproject
Sweegers en de Bruijn is betrokken bij veel bouw en verbouwprojecten in ‘s-Hertogenbosch. Zoals de bouw van het stadskantoor, mét warmtepomp en wko-installatie. In 1994 was het bureau al betrokken bij de uitbreiding van het Provinciehuis en in 1999 bij de renovatie van het bestaande gedeelte daarvan, waar de wko-installatie als een landelijk demonstratieproject werd geïnstalleerd. Paul Gerats: “Nu 23 jaar later is alleen de toerenregeling vervangen. Hadden we dat op de conventionele manier gedaan dan had de mechanische koelmachine allang vervangen moeten worden.”
In 2023 moeten alle kantoren label C hebben en in 2030 naar verwachting zelfs label A. “Dat betekent nogal wat”, zegt William Sanders. “Daarom is samen met onze partners in de keten het RE-FIT-concept opgesteld. Ook BEC-partner Heijmans is hierbij betrokken samen met Ector Hoogstad Architecten.”
Gezonder naar huis
“Binnen dit programma zorgen we er niet alleen voor dat het gebouw energieneutraal wordt, maar is ook extra aandacht voor productiviteit en het binnenklimaat zodat de werknemers liefst gezonder naar huis gaan dan dat ze binnenkwamen. Ook stimuleren we de opdrachtgever aandacht te schenken aan gezonde catering en fitness op het werk.”
“Daarnaast bouwen we zoveel mogelijk circulair door hergebruik van materialen, of materialen die her te gebruiken zijn”, vult Paul Gerats aan. “Tevens willen we dat het gebouw een goede en fijne uitstraling heeft. Dit aspect wordt volgens ons steeds belangrijker voor werkgevers omdat er een ‘war-on-talent’ op gang komt. Goede werknemers hebben het werk voor het uitzoeken en zij zoeken juist een inspirerende omgeving waarin ze echt graag werken.”
Maar gaan opdrachtgevers wel mee in dit concept?
Paul Gerats: “Voorheen waren opdrachtgevers gefixeerd op een terugverdientijd van maximaal vijf jaar. Nu kijkt men meer naar de levensduur en die is veel langer.”
“En vergeet de verbetering van het arbeidsklimaat niet, arbeidsproductiviteit die omhoog gaat, ziekteverzuim omlaag. Je ziet dat verzekeraars, banken, gemeentes voor deze argumenten gevoelig zijn. Zij zijn de early-adopters. Het is geen religie, maar je moet er wel in geloven.”